(niet voor gevoelige personen)
Nadat Mickey Mouse door een schandaal met illegale kinderhandel aan lager wal was geraakt, probeerde hij aan de kost te komen als huurmoordenaar. Je kon hem inhuren om bv. je schoonmoeder aan flarden te knallen, en hij had het meest succes bij kleine kinderen, die nu hun persoonlijke vijandjes gewoon uit de weg lieten ruimen.
Op een dag, na een baby van 5 maanden stukgeschoten te hebben (de opdrachtgever werd gehinderd door het gekrijs van de baby) met dum-dumkogels (kogels waarvan de top gespleten is, zodat ze openspatten wanneer ze hun doel raken), kwam Jo B. bij hem. Deze betaalde hem meteen 5.000 BF voorschot om Guido Thirion af te maken, en beloofde hem nog eens 20.000 als de klus geklaard was. Guido had nl. een vrachtwagen Chimay (Jo's lievelingsbier) onderschept en opgeblazen, en daar was Jo razend om. (Hij had niet door dat Guido dit gedaan had om hem te redden van een tweede hartaanval.)
Mickey begreep dat dit geen makkelijke klus was. Guido was nl. een soort concurrent van hem. Maar met goede moed bereidde hij zich voor.
Guido was bijna nooit thuis, dat wist Mickey, en daarom ging hij maar op zoek in de omgeving waar hij het meest vertoefde, nl. Salco (de school waar hij leraar is). Met zijn 2-PK-tje kwam hij tuffend de dreef opgereden. Hij vond meteen al een bewijs dat Guido hier nog niet lang geleden geweest was: over de hele lengte van de dreef lagen de ingewanden van een van de schapen van pater Goris verspreid, en het lege karkas zelf lag in de bocht op het einde van de dreef, het had de typische Guido-behandeling gekregen: hij was er 10 keer overgereden met zijn auto.
Mickey bracht zijn rijdende schroothoop tot stilstand door ermee tegen Chris T.'s BMW te rijden (Chris T. was directeur op dat moment), die zoals altijd in de bocht voor de ingang geparkeerd stond. Gelukkig voor hem vingen zijn superbumpers van gewapend beton (gewoon enkele betonnen balken die hij aan zijn auto had gehangen) de klap op. De auto van Chris echter moest dus alle vrijgekomen kinetische energie incasseren, en ook al reed Mickey maar aan een snelheid van 7 km. per uur, toch werden de twee zijdeuren van de BMW verpletterd. Mickey moest altijd op deze manier stoppen, want zijn remmen werkten niet meer.
Met een olifantegeweer in de ene hand en een riot-gun in de andere, stapte hij uit zijn Mickey-mobiel, en André, de klusjesman, liep doodsbang weg, want hij dacht met de robot uit “Terminator II: Judgment Day” te doen te hebben, want die kon elke mogelijke gedaante aannemen.
Mickey ging langs de zijdeur binnen, in een poging om niet op te vallen. Het was juist speeltijd, en Mickey wist van zijn jeugdige opdrachtgevers dat Guido dikwijls surveilleerde. Toen hij op de speelplaats aankwam, was er geen enkele leerling die eraan twijfelde dat dit weer een idiote reclameactie was van “In't Kort,” het schooltijdschrift. Hun mening veranderde snel toen Mickey een lader van zijn olifantegeweer leegmaakte op een groep leerlingen die hem begonnen uit te lachen. Ingewanden, hersenen en stukjes schedel spatten in het rond. Mickey's olifantegeweer was het allerlaatste snufje op gebied van olifantenjacht. Het was ontworpen om zelfs door de dikste huidlagen en botten van een olifant te knallen. Het maakte gaten van 5 cm doorsnee. Ook al zaten er maar 12 kogels in één lader, toch lagen er 16 lijken op de speelplaats leeg te bloeden. Het wapen was gewoonweg zo krachtig dat één kogel met gemak door twee lichamen heen ging.
In een oogwenk was de speelplaats leeg, op de 16 lijken en twee kermende zwaargewonde leerlingen na. De rest was in alle richtingen weggevlucht. Mickey ging de trap naast de studiezaal op en kwam binnen oog in oog te staan met Johan “BOB” N., die meteen zijn blaadje nam en zei: “Zulke extravagante kledij is volgens het reglement niet toegelaten. Naam en klas?” Maar Mickey trok de lege lader uit zijn olifantegeweer en smeet die achter zijn rug weg. Zelfs als ze leeg zijn, zijn zulke laders vrij zwaar, en het ding sloeg een gat in het dubbel glas van de deur. -“Dat wordt een woensdagnamiddag. Kom straks je schoolagenda maar brengen,” zei BOB, terwijl Mickey zijn geweer rustig herlaadde. Hij duwde toen zijn beide wapens tegen het voorhoofd van Johan N., en vroeg: “Waar is Guido Thirion?” - “Die komt pas in de namiddag, naam en klas, a.u.b.” zei BOB, zonder zich te storen aan Mickey's gedrag.
Jan R. (vice-directeur en boekhouder) had al zijn moed bijeengeraapt en had pater Goris' jachtgeweer (waarmee die op katten jaagt) genomen, en nu kwam hij voorzichtig door de gang aangeslopen. Mickey was nu binnen schootsafstand, Jan legde aan en schoot. Maar hij beefde als een vibrator, en de kogel raakte een lamp boven de kop van BOB. Het plastic omhulsel viel in stukken op BOBs kop, en nu begreep hij pas dat er iets niet pluis was, en zijn vermoeden werd bevestigd toen Mickey zijn beide geweren tegelijk op Jan R. afvuurde. Jan's babyface spatte volledig open en zijn hersenen vlogen er langs achter uit, want Mickey had zowel met het olifantegeweer als met de riot-gun op zijn hoofd gemikt. Jan's lichaam bleef nog even rechtop staan, omdat alle spieren verlamd waren bij gebrek aan informatie uit de inmiddels over de vloer verspreide hersenen, maar een nieuw salvo verbrijzelde zijn beide knieschijven. Het scheenbeen dat door het olifantegeweer geraakt was werd afgerukt en gleed over de vloer voort, een spoor van bloed achterlatend. Het lichaam zelf viel met een doffe klap tegen de vloer, terwijl het bloed er langs boven uitgulpte.
BOB had pech, want zijn hondebakkes stond Mickey niet aan, en daarom nam deze een handgranaat en een tube secondenlijm (cyanoacrylaat, volgens Jos L. dé lijm van de toekomst). Hij smeerde de granaat ermee in en stak die in BOBs mond. BOB, door de meesten aanzien als de onwrikbare ‘rambo’, durfde zich niet te verroeren. Zijn benen trilden en knikten, niet als een vibrator maar als een versleten drilboor (= boorhamer voor de leerlingen van Achiel Daems). De granaat plakte nu onherroepelijk vast en Mickey lijmde nu ook BOBs handen aan elkaar achter zijn rug. Vervolgens trok hij de pin uit de granaat. Rustig wandelde hij weg naar de uitgang, terwijl BOB zijn voeten nog eens aan de grond vastplakte ook, want in zijn pogingen om naar de leraarskamer te lopen om hulp, was hij op de tube getrapt, die Mickey op de grond had gegooid. Mickey sjotte het afgeschoten dijbeen van Jan R. weg, en op dat moment werd BOBs kop uiteengereten door de explosie. Toen de vuurwalm en de rook waren opgetrokken, stond enkel nog een stuk been recht in de aan de grond vastgeplakte schoen. Buiten steeg een enorm gejuich en applaus op, want de leerlingen hadden het tafereel met spanning gevolgd. “Wat een sadisten,” dacht Mickey.
Toen hij terug buiten was, zag hij hoe Chris T. wanhopig zijn BMW probeerde te starten om weg te vluchten. Toen hij Mickey zag, perste hij zich zo snel mogelijk uit zijn auto (hij kon niet langs de brede linkerdeur, want die was geblokkeerd door de botsing, dus hij moest langs de rechterdeur, en die was niet speciaal gemaakt om zijn omvangrijke lichaam door te laten). Hij liep snel weg naar de fietsenstallingen. Mickey stapte echter rustig in zijn 2PK, hij deed even iets, maar Chris kon niet zien wat. Toen hij wegreed, was Chris dolblij, want zijn BMW was er nog vrij goed van af gekomen. Maar plots werd hij lijkbleek toen hij 4 handgranaten onder zijn teergeliefde vehikel zag liggen. Het volgende moment verdween de auto in een enorme vuurzee, even kwam de auto tevoorschijn omdat ze door de explosie omhoog werd getild, maar ze viel meteen weer naar beneden in de vuurwalm, terwijl de stukken overal in het rond vlogen. Dikke tranen rolden over Chris T.'s bolle wangetjes, toen het vuur verminderde en een verwrongen, verkoold stuk schroot tevoorschijn kwam.
Ondertussen raasde Mickey al over de snelweg. Hij had onderweg al 4 auto's geramd met zijn betonnen bumpers, want dat vond hij toch zo plezant. En wat zag hij plots voorbijrazen aan de andere kant van de middenberm? De lelijke kar van Guido! Hij nam onmiddellijk een brede bocht, waarbij hij nog een Mercedes van de weg ramde, en hij vlamde aan 158 per uur door de betonnen muurtjes van de middenberm. Zijn beide achteruitkijkspiegels, de rechterdeur, 2 velgbeschermers en zijn achterruit vlogen van zijn kar, maar voor de rest bleef het ding nog perfekt rijden. Gelukkig voor hem was in zijn kar een stalen chassis en een schokbestendige veiligheidskooi ingebouwd. Met zijn voet op het gaspedaal raasde hij nu in de andere richting, Guido achterna.
Een politiewagen, die op weg was naar Salco, had Mickey voor zich door de middenberm zien vlammen en probeerde hem nu in te halen. Ook al zag de 2PK van Mickey er van buiten uit als een stuk schroot dat rijp is voor de hydraulische pers, toch zat er een motor onder de kap die niet moest onderdoen voor die van een Ferrari. Maar de flikken waren meer geoefend in het rijden (Mickey had nooit één rijles gevolgd, daarom was zijn auto zo goed beveiligd tegen botsingen). Toen ze eindelijk vlak achter hem reden, maakte Mickey zijn achterste betonnen bumper los. De hele voorkant van de politieauto werd in een fractie van een seconde verfrommeld bij de botsing. Enkele honderdsten van een seconde later ging de auto overkop, waarbij er een massa onderdelen, waaronder achteruitkijkspiegels, stukken motor, een halve ventilator en een verwrongen voorwiel, in het rond vlogen. De auto, met de twee flikken erin die nog steeds ongedeerd waren omdat ze (uitzonderlijk) hun gordel aanhadden, smakte ondersteboven tegen de grond op het andere baanvak, juist tussen twee vrachtwagens. De voorste vrachtwagen vervoerde stalen platen, de andere was een tot de boord gevulde betonwagen. De voorste remde onmiddelijk toen de chauffeur het lawaai achter zich hoorde. De chauffeur van de betonwagen echter was zo geschrokken dat hij in plaats van te remmen, zijn gaspedaal induwde. De politiewagen met de twee arme agenten erin werd volledig vermorzeld en platgewalst, nog effectiever dan in een hydraulische pers. Alsof de politieagenten nog niet genoeg vernietigd waren, ontplofte het stuk schroot nog eens ook tijdens het platwalsen. Natuurlijk veroorzaakten zowel dit incident als het betonblok op de baan een onvoorstelbare kettingbotsing.
Guido had de politieauto zien vliegen en nu zag hij ook de enorme hel die achter hem losbarstte, en hij begreep niet wat er aan de hand kon zijn. Toen hij de ronkende gele 2PK van Mickey op zich af zag komen en de grijnzende smoel van Mickey zag, begreep hij opeens wel wat er aan de hand was. Voordat hij de politiewagen zijn salto had zien maken, had hij een blik Jupiler van een halve liter genomen om in zijn mond leeg te kappen, en dat smeet hij nu naar buiten. Het sloeg een gat in de nochtans kogelvrije voorruit van Mickey en bleef erin steken, zodat de Jupiler over zijn dashboard vloeide. Meteen loste Mickey een schot met zijn olifantegeweer, en de achterruit van Guido spatte uiteen. Het was geen kogelvrij glas, maar moest het dat toch geweest zijn, had het toch geen verschil gemaakt, tenzij misschien dat de kogel dan niet terug door de voorruit naar buiten zou gevlogen zijn.
Guido nam de afrit van de industriezone van Haasrode, en Mickey reed hem achterna. Hij reed aan volle vaart de expressweg op en ramde daarbij nog een politiewagen die ook op weg was naar Salco.
Guido moest koste wat kost in de school geraken, want al zijn “materiaal” lag daar nog, hij had het er 's ochtends laten liggen om het niet te hoeven meesleuren.
Mickey zat nu weer vlak achter hem en vuurde nog eens, deze keer met zijn riot-gun. De achteruitkijkspiegel van Guido was tot diens grote verbazing opeens verdwenen. Guido had een gloednieuwe editie van Melopee mee (het handboek Nederlads), en die slingerde hij nu ook door de ruit. Weer raak: het boek kwakte open tegen Mickey's voorruit, met de bladzijden juist op een stripverhaal van Donald Duck. Mickey werd daardoor niet alleen razend maar hij zag nu niets meer op de koop toe.
Ze waren nu aan het kruispunt met de Geldenaaksebaan gekomen en Guido sloeg af richting Salco. Mickey zag het nog net en sloeg bruusk zijn stuur helemaal om naar links. Door de te plotse bocht aan een snelheid van 140 per uur maakte de auto een dubbele zijwaartse salto, maar kwam weer op zijn wielen terecht. Mickey trapte nu het gaspedaal helemaal in en het Melopee-boek, dat onder zijn wielen was terechtgekomen, werd volledig aan stukken gereten toen het wiel er bovenop aan 20 toeren per seconde begon te draaien. Met gierende banden reed Mickey de Geldenaakse baan op. Hij zag Guido voor zich de dreef van het college oprijden. Enkele seconden later reed Mickey er aan 130 per uur binnen, maar deze keer nam hij zijn bocht groot genoeg, zodat de auto slechts kantelde met een hoek van 52°. Hij bleef op zijn linkerwielen rijden tot aan het rond punt, waar hij dwars door het bloemenperkje reed. Hierdoor werd zijn snelheid voldoende afgeremd om terug op vier wielen terecht te komen. Hij sloeg slinks af naar de ingang en zag een nieuwe BMW staan. Chris T. had nl. meteen een nieuwe besteld in het industriepark nadat de vorige ontploft was. Mickey ramde het ding niet meteen, maar hij reed nog eens rond het plein om terug wat snelheid te nemen. Aan 103 per uur reed hij op de BMW af. De botsing was enorm. Deze keer begaf de 2PK het, de carosserie kwam nl. los van het chassis. Maar de BMW was er niet beter aan toe, want hij werd compleet verfrommeld en verpletterd tussen de betonnen bumper en een boom. De benzine gulpte uit de pas gevulde tank.
Mickey kroop kreunend uit het wrak van zijn ‘auto’. Zijn pneumatische gordel en airbag hadden hem gered, ook al was hij half geradbraakt. Al wat er in de 2PK had gelegen, was samen met de voorruit naar buiten geslingerd. Mickey raapte zijn favoriete wapens op en propte zijn zakken vol met handgranaten en laders. André kwam juist buiten met een vuilnisbak waarin het stukgeschoten lijk van Jan R. en de bijeengeraapte stukken van Johan N. zaten. De directeur had reeds de onmetelijke leemte van Jan's afwezigheid opgevuld door een interim-vice-directeur te bestellen bij Gregg Interim (nu Vedior Gregg interim). André moest van Chris het lijk voeren aan de schapen van Goris (die eten toch alles), maar toen hij Mickey zag liet hij de vuilbak vallen en liep terug naar binnen, terwijl de doorzeefde kop van Jan over de weg rolde. Mickey sjotte de kop uit volle macht richting hoofdingang. Goal! Een grote bloedvlek sierde de glazen deuren, mooi in het midden.
Hij nam de vuilnisbak mee naar binnen en ging hem in Chris T.'s bureau zetten. Hij stak er een handgranaat bij en ging terug naar buiten. Chris zat echter in het bureau, toen hij Mickey had horen aankomen had hij zich verstopt achter zijn bureau. Nu keek hij terug op, zag de vuilnisbak staan, en de volgende seconde hing hij vol met bloed, stukjes darm en long, en heel het bureau was besmeurd met andere ingewanden. Chris kon er niet mee lachen, want hij had pas zijn bureau nog opnieuw laten behangen en inrichten. Hij bedacht opeens dat hij een groot risico had genomen door zijn nieuwe BMW terug op dezelfde plaats te zetten, en hij keek naar buiten. Toen hij in de verwrongen hoop ijzer zijn auto herkende, kreeg hij een hysterieaanval en begon zijn bureau kort en klein te slaan, en in de gang weergalmde de sadistische lach van Mickey.
Ondertussen had Guido in de leraarskamer zijn materiaal gevonden: een vlammenwerper, een kettingzaag, een uzi 9 mm machinegeweer met dum-dumkogels en een supertomahawk, made in Japan. Mickey zat beneden alles te doorzoeken. De school was volledig geëvacueerd na de vorige slachtpartij. Eén enkele leerling die zich de hele tijd had verscholen in de toiletten, liep op de speelplaats rond. Mickey stak een lader met extra-expanding dum-dums in zijn riot-gun en mikte op een arm van de leerling. De arm vloog 2 meter ver weg. De tweede arm volgde, en de ‘arme’ leerling liep schreeuwend over de speelplaats, een dubbel spoor van bloed achterlatend. Mickey knalde eerst zijn rechterbeen eraf. Nu stond de romp met het gillende hoofd wankelend recht. Een laatste welgemikt schot scheidde de romp van het laatste been dat de leerling nog restte. Nog voordat de romp de grond had bereikt, had Mickey al een schot gelost op het nog steeds schreeuwende hoofd. Misschien lag het aan het feit dat er nogal weinig in het hoofd van de leerling zat, maar in elk geval spatte het open als een pot ketchup die van de Eiffeltoren valt. Op deze manier had Mickey zich nog eens kunnen oefenen.
Guido had echter vanuit een raam op de eerste verdieping toegekeken en nu vuurde hij gedurende een seconde met zijn Uzi 9 mm op het lijk. Bij elke kogelinslag kwam er een gat bij van 3 cm doorsnee, en nadat de 20 kogels ingeslagen waren, lag er enkel nog een vormeloze hoop gehakt op de speelplaats, omgeven door een enorme plas bloed. Mickey was onder de indruk. Dat wapen moest hij een van deze dagen zeker eens kopen. Hij slingerde van onder het afdakje boven de trap een handgranaat naar boven, in het raam van waaruit Guido geschoten had. De explosie blies een stuk uit de muur, en al de ruiten in de wanden van de klassen vlogen aan diggelen. Guido was echter naar de andere vleugel gegaan en schoot nu met zijn Uzi recht op het afdak. Na enkele ogenblikken zat er een gat van 2 m in het afdak, en daarna stortte het in.
Mickey was echter direct na het gooien van de granaat naar binnen gegaan en had zich in het secretariaat verstopt. Daar wachtte hij af tot Guido naar beneden zou komen. Maar deze was niet zo stom als hij er uitziet, en hij ging langs de wenteltrap aan de andere kant van de gang. Mickey hoorde iemand langs de andere trap naar beneden lopen. Hij nam zijn aansteker, die in feite een micro-vlammenwerper was, kwam snel de hoek om en hij blies een enorme vuurwalm naar de persoon. Maar het was Guido niet, het was Paul D. Ook al had de vlam hem maar eventjes aangeraakt, toch brandde hij als een toorts. Hij stond helemaal in lichterlaaie, ook al was het vlammenwerpertje daar helemaal niet voor ontworpen. Mickey was zeer verwonderd. Paul D. schreeuwde als een gek en hij viel als een brandende strobaal de trap af.
Guido was nu beneden en zag Mickey staan. Hij schoot met zijn Uzi, maar miste: de kogel suisde tussen Mickey's oren en verbrijzelde het beeld dat bij de trap naar de kelder hing. Snel dook Mickey terug in het secretariaat. Guido kwam aangelopen terwijl hij nog wat schoten loste op de deuropening om te beletten dat Mickey kon ontsnappen. Hij kwam bij het secretariaat aan en schoot meteen de rest van zijn lader erin leeg. De kopiëermachine, de computer en de tafels vlogen aan flarden. Meteen daarna greep hij zijn vlammenwerper en roosterde het secretariaat tot het één grote vuurgloed was. Hij hoorde buiten echter de lach van Mickey, die was nl. net op tijd door het raam gesprongen. Snel ging Guido naar de klas naast het brandende secretariaat. Hij dook opeens naar beneden, want Mickey had dat verwacht en schoot met zijn olifantegeweer. De kogel vloog door het dubbel glas van de ruit, door de ruiten van de muur tussen de klas en de gang en vloog uiteindelijk nar buiten door het dubbel glas van de andere ruit. Guido sloeg een gat in de ruit vóór hem met zijn tomahawk en stak de vlammenwerper erdoor. In een oogwenk had hij het grasperkje voor de klas in lichterlaaie gezet.
Mickey was echter terug naar zijn autowrak gegaan, dat nu samen met de BMW in een enorme benzineplas lag. Hij wierp zijn lege riot-gun weg en nam in de plaats een dubbelloops machinegeweer. Guido sloeg nu de hele ruit stuk en schoot in Mickey's richting. De dum-dums veroorzaakten een zee van vonken toen ze insloegen op het metaal van de autowrakken en Mickey kon nog net op tijd wegvluchten toen de benzineplas in brand schoot. Hij schoot een lader van het machinegeweer leeg op de ruiten van de klas. Guido dook onder een bank om te schuilen voor de regen van glasscherven. Toen de ruiten verbrijzeld waren, klom Guido op de vensterbank en hij sprong door het raam over het brandende grasperk en in zijn vlucht schoot hij in de richting van de brandende auto's. De kogels gingen door de carosserie van de 2PK en doorboorden de jerrycans die in de koffer zaten, en meteen volgde een nieuwe explosie. De boom boven de auto's begon nu ook te branden.
Guido zag Mickey niet. Wat hij wel zag, was de auto van de interim-vice-directeur, die kwam aanrijden. Omdat de man, een broer van Jan R., niets verdachts opmerkte, parkeerde hij rustig voor de kloosteringang (wat dus eigenlijk verboden is) en stapte uit. Hij ging op weg naar de ingang van de school. Guido zag het gezicht van de man, en meteen werd hij vervuld van afschuw en gruwel, want het gezicht was nog 2 keer afschrikwekkender dan het babyface van Jan, het leek meer op een foetus-face. Guido greep instinctief zijn tomahawk en slingerde die uit volle kracht naar het gedrocht. Het wapen kliefde diens schedel in tweeën, en zijn beide oogballen vlogen door de schok uit hun kassen en rolden over de straat. Het lichaam begon met zijn armen te zwaaien en rond te lopen als een onthoofde kip, want aangezien Jan's broer net zoals laatstvernoemde zijn hersenen nooit had gebruikt, kon het lichaam ook nu perfect voortleven zonder. Guido stormde op het wezen af met ronkende kettingzaag. Hij onthoofdde het nu helemaal, maar het lichaam bleef onverstoorbaar rondlopen terwijl het bloed er langs boven uitspoot. Guido bedacht dat Mickey zich in de zijingang moest bevinden en daarom stuurde hij het lichaam ernaartoe, met de slokdarm vol granaten gepropt.
De deur stond open en het kreatuur liep naar binnen. Meteen volgden enkele schoten, maar Guido kon horen dat Mickey niet in de kleine gang stond en dus veilig was. Direct daarna ontplofte het lichaam. De stukjes ervan en nog andere rommel die in de gang stond, vlogen door de deuropening naar buiten. Guido liep naar de hoofdingang en hij kon nog net in het onthaal binnenduiken voordat Mickey, die juist om de hoek kwam, enkele schoten op hem loste. De dikke glazen deuren spatten uiteen.
Nu zat Guido in een benauwde situatie. Hij kon niet meer weg, aangezien er maar één deur was in het onthaal. Vlug blokkeerde hij die deur met een fotokopieermachine. Maar er gebeurde niets. Hij verwachtte dat de deur elk moment zou stukgeschoten worden, en dat hij een duel op leven en dood zou moeten voeren. Maar plots werd de ruit verbrijzeld door een groot pak. Het was een pak dynamiet met brandende lont. Guido schoot de deur en het kopieerapparaat aan flarden en sprong naar buiten, en liep snel de gang in, want Mickey vuurde van buiten uit alle macht op hem.
Heel het onthaal en alles erop en eraan vloog volledig de lucht in. De muren werden weggeblazen en alles, inclusief plafond, viel na de explosie in het enorme gat in de vloer, dat op de kelder uitkwam.
Guido zag in dat Mickey even sterk was als hij, en hij moest iets verzinnen om er vanaf te geraken. Hij vroeg zich af waarom Mickey het op hem gemunt had. Hij dacht opeens aan de Chimay-vrachtwagen. Hij begreep nu dat Mickey hem gewoon achternazat voor een beloning van Jo, en niet omdat hij concurrent was.
Hij liep snel naar Jan R.'s kantoor, en hij vond meteen wat hij zocht in één van de laden van het bureau: een opblaaspop. Deze gebruikte Jan wel eens als hij zich verveelde op saaie dagen. Het was een model met zelfopblazend systeem. Hij blies ze op en bewerkte ze met een alcoholstift. Met wat superlijm plakte hij er 2 uit zwart papier geknipte cirkels op. Het resultaat leek op Minnie Mouse, of het moest er toch voor doorgaan. Hij hoorde Mickey, die met moeite door het puin was geraakt, aankomen en ging met zijn pop in de gang staan.
-“Halt, Mickey, ik heb een gijzelaar! Eén verdachte beweging en ik knal haar brein uit haar kop!”
Mickey had zijn contactlenzen niet aan en dacht werkelijk dat Guido Minnie had gegijzeld. Het zit zo dat Minnie Mickey had achtergelaten zodra ze achter het schandaal was gekomen. Sindsdien was ze met Goofy aangepapt, maar dat wist Mickey niet.
-“Minnie! Hou je nog van mij? Ik wist dat je zou terugkomen!”
Guido begreep meteen dat Mickey niet goed zag, en hij zei met een totaal mislukte imitatie van Minnie's stem: “O, Mickey, help mij!” Mickey's oren suisden zo erg van al de explosies en geweerschoten dat hij werkelijk de stem van zijn geliefde meende te horen.
-“Mickey, bel Jo en zeg dat hij kan oprotten, anders zal je een andere muis mogen zoeken!”
Mickey stond bij de deur van Chris T.'s bureau en voor zijn voeten lag een telefoon, die Chris in zijn hysterie-aanval naar buiten had gesmeten. Chris zelf was nu door de shock kinds geworden en zat op een stuk ontploft skelet van Jan R. te zabberen terwijl hij baby-geluidjes maakte. Mickey nam de telefoon en toetste het nummer van Jo in.
-“Allo, met Chris B.?”
-“Allo, geef mij Jo eens. 't Is met Mickey.”
-“Mickey? Mickey Mouse zeker! Grappig hoor.”
-“HOU JE BAKKES, ROTJOCH, EN GEEF MIJ JO OF IK KOM JE AFMAKEN!”
-“Euh... ok, ok, rustig maar!”
-“Allo, met Jo B.?”
-“Rot op, Jo.”
-“Aë, Mickey, geeft ge het nu al op? Dat is toch niet de Latijnse geest die ik u heb aangeleerd!”
-“Zanik toch niet, vent, ik krijg Guido niet stuk. Je mag je voorschot terug hebben, maar ik geef het op.”
-“Aë, dat gaat niet, hé mens! Ik moet mijn Chimay wreken! Dat gaat toch zomaar nieaaaAAARGGGLL...”
Er volgde nog wat gekraak en gerammel, en daarna werd de verbinding verbroken. Jo had weer een hartaanval gekregen.
Guido had het gekreun en het lawaai ook gehoord, want zijn oren suisden niet, aangezien hij al gewend was aan al het lawaai. Hij was al veel langer bezig met lawaaierige wapens en zijn oren waren eraan gewend.
-“Zo, da's opgelost,” zei hij, en hij haalde de trekker van zijn geweer over. De opblaaspop knalde uiteen en de twee papieren oren dwarrelden naar beneden. Mickey dacht eerst dat zijn “darling” werkelijk ontploft was omdat Guido er een explosieve dum-dum had ingepompt, maar toen hij geen spatje bloed zag begreep hij de hele zaak.
-“Jij hebt mij voor de gek gehouden! Ik maak je af!” En hij haalde de trekker van zijn olifantegeweer over, maar al zijn kogels waren op.
-“Hahahahae! (= Romeinse lach, zie handboek Latijn ‘STVDIVM’ 2e jaar) Het heeft geen zin meer op mij te schieten, sukkel, want je opdrachtgever ligt nu thuis te kreperen en hij zal niet binnen de 4 maand uit het ziekenhuis komen, en dan nog, hij zal je nu zeker niet meer willen betalen aangezien jij hem die hartaanval bezorgd hebt!” zei Guido.
Mickey gebruikte zijn weinige hersenen om deze zin met Latijnse lengte-allures te ontcijferen en hij zag in dat het inderdaad geen zin had. Maar aangezien geld het enige was wat hem interesseert, zei hij: “OK Guido, ik laat je met rust op voorwaarde dat je mij nu 20000 BF geeft!”
-“Maar sukkel toch! Kijk links van je, in dat bureau zal je minstens een half miljoen vinden als je goed zoekt tussen de rommel.”
Mickey keek in het roodgespatte bureau van Chris T. en zag deze juist een briefje van 10000 in zijn mond steken, hij had er al 3 ingeslikt. Meteen liep hij ernaartoe en hij zag dat Chris de briefjes uit een lade haalde die er vol mee zat, allemaal smeergeld dat hij ontvangen had als burgemeester, onder andere om bepaalde inwoners van zijn gemeente belangrijke betrekkingen te bezorgen.
Mickey trok de hele lade uit het bureau en ging ermee naar buiten, terwijl Chrisje begon te wenen omdat hij nog honger had. Om hem te sussen stak Mickey nog een pakje van 20 briefjes van 500 in zijn mond. Hij lette al niet meer op Guido toen hij naar buiten ging.
Zijn 2PK en de BMW waren nu half verkoold en zelfs gedeeltelijk gesmolten in de enorme vuurgloed. Het asfalt was zelfs in brand gevlogen en de bomen stonden in lichterlaaie. Als de brandweer niet snel kwam, zou de school snel volgen.
Hij sloeg een ruit van de Opel van de interim-vice-directeur stuk en op professionele wijze prutste hij het contact open en startte de auto. Terwijl hij wegreed, reed hij over het afgezaagde hoofd van Jan's broer. Het werd als een appel onder een voet verpletterd, want Wim R. (zo heette hij) leed aan een avitaminose-ziekte: hij had een tekort aan vitamine D en daardoor was zijn skelet nogal zwak.
Mickey reed meteen richting wapenwinkel, want hij moest koste wat kost zo'n Uzi met dum-dumkogels hebben.
Ondertussen had Guido de brandweer gebeld, want tenslotte zou hij een grote bron van vermaak verliezen moest de school afbranden. Voor Chris T. bestelde hij meteen ook een ambulance, want dat was hoognodig. Deze laatste was nl. bezig met het snoer van zijn computerscherm in te slikken en hij stikte er bijna in.
Daarna reed Guido naar huis. Op de dreef liep een leerling die uit nieuwsgierigheid was teruggekeerd. De arme jongen zag te laat dat de lelijke auto die op hem kwam afrazen die van Guido was, en zijn benen werden vergruizeld door de bumper. Aangezien de voorruit van de auto stuk was, kwam de leerling in de auto terecht, in plaats van doodgesmakt te worden. Hij was geklemd tussen de twee voorste zetels en gilde als een speenvarken. Op het einde van de dreef remde Guido uit alle macht en daardoor schoot de leerling weer naar buiten. Hij kwam midden op de weg terecht, en toevallig kwam er net op dat moment een vrachtwagen langs waar de betonwagen opstond die een tijdje geleden de politiewagen had verpletterd. Het geheel woog dus een vijftiental ton, en dat kreeg de leerling over zich heen. Hij werd nog platter dan een sigarettenblaadje gewalst, zo goed had Guido het zelf nooit gekund. Hij genoot van het spektakel en reed, tevreden over deze spannende dag, naar huis, waar hij meteen nog wat straatkatten zou opblazen met telegeleide raketten, zijn geliefde ontspanning.
06-1995